Om deze reden is het opstellen van een goed doel erg belangrijk. Veel mensen stellen een doel wat vaag is en dat leidt vervolgens tot vage resultaten. Een voorbeeld:
‘Ik wil iets afvallen’ ‘Ik wil een iets strakkere taille’
Prima, je bent 100 gram afgevallen. Of: je hebt 0,1 mm minder op je taille: je hebt je doel bereikt. Of toch niet?
Bovenstaand voorbeelden zijn doelen zoals doelen stellen niet zou moeten. Het is niet specifiek en zo krijg je ook geen specifiek resultaat. Op het moment dat je specifieke doelen hebt opgesteld kan je hier naar toe werken, om vervolgens nieuwe doelen te stellen. Maar hoe stel je nu een goed doel op?
Alhoewel veel mensen zich focussen op gewicht als ze gezond willen afvallen, is gewicht een relatief matige meeteenheid. Voorbeeld:
‘Ik wil 5kg afvallen’
Maar nu: op het moment dat je een half uur in de sauna gaat zitten, val je ook 5kg af. Je bent nu vijf kilo lichter op de weegschaal. Houdt dit in dat je nu een vet hebt verloren hebt? Minder vet op de buik hebt? Kleinere love handles hebt? Het antwoord is natuurlijk nee. Je bent alleen water verloren door het zweet. Daarnaast is het gebruik van weegschalen die zogenaamd ‘vetmassa’ meten niet aan te raden. Deze metingen bevatten namelijk tal van meetfouten (Dehghan & Merchant, 2008).
Zijn er betere maten om progressie te meten? Het antwoord is ja!